De pest in het Valkhof Nijmegen

De pest is weer actueel door de coronacrisis. Museum Het Valkhof in Nijmegen wijdt er een tentoonstelling aan. In korte tijd waren er vaccins tegen corona, maar vanaf de eerste pestplaag in 1346 stonden we ruim driehonderd jaar volkomen machteloos tegenover de Zwarte Dood. De pestbacterie zat in vlooien. Vlooien klampen zich vast aan ratten. Besmette vlooien sprongen over op mensen, die besmet raakten met de dodelijke builenpest of longpest.

In 1635 bereikte de pest Nijmegen. Strenge maatregelen volgden. Alleen als je kon bewijzen uit een streek te komen die niet geïnfecteerd was mocht je de stad in. Bij een infectie moest er een  bos stro van een kwart el aan de buitengevel van het huis hangen. Deuren en ramen moesten zes weken lang gesloten blijven. Contact met de buren was verboden. In een geïnfecteerde straat moesten alle honden en katten worden doodgeslagen. Voldeed je niet aan deze strenge maatregelen dan wachtte je een boete van 25 goudgulden.

 

Sint-Sebastiaan was patroonheilige van de pestlijders. De pijlen verbeelden de pest die hij doorstond.

De mens zag de pest als een straf van God. Er werd eindeloos gebeden. ‘Heilige Sint-   Sebastiaan (de pestheilige) verlos ons van het kwaad.’ Het hielp niets. In Nijmegen – toentertijd een stad met zo’n 10.000 inwoners – verloren 6.000 mensen het leven.

In februari 1636 maakte strenge vorst een einde aan de pest. In dat jaar was IJsbrand van Diemerbroeck stadsarts van Nijmegen. Tien jaar later verscheen zijn Traktaat over de pest, daarmee begon het wetenschappelijk onderzoek naar de Zwarte Dood.

Pas in1894, het jaar waarin de Zwitsers/Franse arts Alexandre Yersin de pestbacterie ontdekte, verlieten artsen het idee dat de pest komt door vervuilde lucht. En we weten nu dat deze besmettelijke ziekte alleen te bestrijden is met strikte isolatie en antibiotica.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.