
In Oekraïne is Kerst een luchtspiegeling, er sneuvelen maandelijks tienduizenden mensen.
Er is dit jaar geen vrede noch sneeuw. Het familiegebeuren bij uitstek, de Kerst, vieren we met op de achtergrond de oorlog in Oekraïne. In onze keurig aangeharkte tuin lijkt dat ellendige fenomeen ver weg. Maar dat is het niet. Op amper drie uur vliegen van hier sneuvelen maandelijks tienduizenden mensen. Hier staan we op scherp door de vele Russische cyberaanvallen. Het ziet er voorlopig niet naar uit dat de oorlog snel zal eindigen.
De huidige situatie vertoont onheilspellende parallellen met de Duitse machtspolitiek van 1938. Ditmaal is het Rusland. Het land voert ook een steeds agressievere campagne – variërend van cyberaanvallen tot fysieke sabotage – tegen de rest van Europa. Het doel is ondermijning van de sociale cohesie in het Westen. Met tal van hybride operaties proberen de Russen de Europese weerbaarheid te breken. Dat doen ze met talrijke cyber-inbraken om maatschappelijke ontwrichting te veroorzaken, zoals de tijdelijke manipulatie van waterstroomkleppen bij een Noorse dam in april dit jaar. Denk ook aan de verijdelde aanslag op de topman van de Duitse defensieproducent Rheinmetall, wat de Russische bereidheid onderstreept om ook in de EU fysiek geweld te gebruiken.
Onzekerheid
Deze ontwrichtende acties markeren geen uitbraak van een conventionele oorlog in de EU, nog niet. Wel creëren ze een permanente staat van onzekerheid die Westerse regeringen dwingt zich te concentreren op de binnenlandse veiligheid, wat op den duur ten koste kan gaan van de ondersteuning aan Oekraïne. En dat is precies wat Rusland wil. Daarin krijgt het land ook nog eens steun van de Amerikaanse president Trump. Hij stelt zich verzoenend op ten opzichte van het Kremlin. Trump presenteerde “een alomvattend vredesakkoord” dat voor Oekraïne landverlies betekent en voor agressor Rusland de opheffing van sancties zou inleiden. Het 28-puntenplan is overduidelijk een door Rusland ingegeven capitulatie verpakt in ‘vrede’. Geen opbeurend vooruitzicht, niet voor Oekraïne en ook niet voor ons. Het gezamenlijk bijeenbrengen van negentig miljard euro voor steun aan Oekraïne, zoals onlangs door de EU besloten, is een goede stap om het tij te keren. Rusland is er niet van onder de indruk, al zijn ze daar blij dat hun bevroren tegoeden ter waarde van 200 miljard dollar (voorlopig) gespaard blijven.
Oorlogsvoet
Ondanks Westerse sancties is de Russische economie overgeschakeld op een volledige oorlogsvoet. Het Russische militaire budget bedraagt zo´n 7% tot 8% van het BBP, dat is ongeveer een derde van de totale federale staatsuitgaven. Daarmee overstijgt de productie van munitie en materieel de huidige Europese productiecapaciteit. Rusland leunt zwaar op oude Sovjet-voorraden. Daarentegen neemt de productie van nieuwe wapensystemen, zoals de T-90M tank, een van de krachtigste tanks ter wereld, en diverse precisieraketten, aanzienlijk toe. Bovendien weten ze de westerse exportbeperkingen te omzeilen. Hierdoor kunnen ze de technologische kwaliteit van hun wapensystemen geleidelijk verbeteren.
Russisch tekort manschappen
Vooral het schreeuwend tekort aan manschappen speelt de Russen parten. Iedere maand gaan gemiddeld 34.600 man verloren (!) en dat voor een terreinwinst van ongeveer 4.700 vierkante kilometer. Poetin probeert deze teloorgang op te lossen, Een mobilisatie – lees verplichte dienstplicht – zit er komend jaar aan te komen, waarschuwen analisten van de Institute for the Study of War (ISW). Dit wijst op een langdurige voorzetting van de oorlog.