Ploeg de kunst om, ga naar buiten, kijk naar de natuur en baseer daarop de kunst. En zo ontstonden voor het eerst portretten in opvallende kleurvlakken en hoekige lijnen, daarna volgden landschappen, eveneens vol opvallende stijlelementen: rode luchten en boerderijen met blauwe daken.
De Groninger kunstkring De Ploeg werd opgericht in 1918. De expressionistische schilder Jan Altink († 1971) bedacht de naam. De Ploeg was een collectief waarbij behalve kunstschilders ook dichters en musici zich aansloten. Omstreeks 1921 won de expressionistische stroming aan belang. In 1927 staat het impressionisme weer bovenaan. De schilders waagden zich aan experimenten, ze mengden bijenwas met benzine en verkregen zo de wasverftechniek. Of ze verdunden de verf met benzine waardoor de schilderijen een transparante uitstraling kregen.
Man met hoed, geïnspireerd op zelfportret van Vincent van Gogh, door de kunstenaar Henk Melgers, lid van De Ploeg tot 1939.
Kultuurkamer
In hun blad Het Kouter – ploegijzer, 1924 – gaven ze aan hun ideeën een bredere bekendheid (er verschenen slechts vijf nummers). In 1941 kwam er tijdelijk een eind aan De Ploeg, de kunstenaars weigerden (terecht) zich aan te sluiten bij de Duitse Kultuurkamer.
In 1945 stoomde De Ploeg door, hoewel het kunstenaars op leeftijd waren. Begin jaren zestig ontstond er kritiek dat het collectief te weinig oog had voor de moderne kunst. De aansluiting van jonge kunstenaars schoof dit probleem terzijde. In 1981 ontstond het Groninger Kunstenaars Kollektief. De Ploeg bestaat nog steeds en organiseert jaarlijks een expositie in de provincie Groningen.
Vanaf vandaag – 2 september 2025 – heeft De Ploeg een museum in Wehe den Hoorn, het is geopend door koning Willem Alexander.