
Het is het einde van het jaar, de oliebollen staan weer klaar. Oliebollen zijn een eeuwenoud volksvoedsel. De Romeinen aten ze al, gemaakt van griesmeel en kaas. Mogelijk zijn ze verfijnd door Spaanse en Portugese Joden die in de 15e eeuw vluchtten naar de Lage Landen om te ontkomen aan de Inquisitie. Zij kenden de oliekoek, gevuld met veel rozijnen die we ook aantreffen in de oliebol.

In 1652 staan oliebollen afgebeeld op een schilderij van Aelbert Cuyp. Een recept voor de oliebol staat in het kookboek De Verstandige Kok uit 1667.
Raapolie
Het kookboek De Volmaakte Hollandsche Keukenmeid uit de achttiende eeuw schrijft het bakken voor in een ruime hoeveelheid raapolie. Het woord oliebol verscheen voor het eerst in 1868 in het woordenboek de Van Dale.

Vroeger lagen oliebollen te sputteren in pannen gevuld met raapolie of varkensvet.
Calorierijk
In koude winters behielpen de mensen zich met houdbare voedingswaar, zoals meel, gedroogde vruchten, gist en olie. Daarmee bakten ze voedzame en calorierijke producten, de latere oliekoek/oliebol. Aan het einde van de Middeleeuwen waren vooral de armen het gewoon met nieuwjaarswensen langs de deuren te gaan. Als beloning kregen ze een voedzame oliebol. De oliebol is sinds de negentiende eeuw een traditionele lekkernij tijdens oud & nieuw, onder andere ook gevuld met appel, krenten en sukade.