COVID 19, de HORROR

Mijn besmetting met SARS-CoV-2 was op donderdag 22 oktober een feit. Om negen uur ’s avonds kotste ik mijn avondmaal eruit. Wie had mij aangestoken? Dana mijn vrouw. Zij werkt in de zorg. Op woensdag 21 oktober ontving ze van de GGD een oproep zich meteen te laten testen. Vrolijk stapte ze in de auto. ‘Ik corona, kom nou.’ Maar een dag later bleek ze positief en zij niet alleen maar met haar 30 bewoners van het verpleeghuis waar ze werkt en vijftien van haar collega’s.

Nederland stond die dagen diep in het coronarood. Wij, maar ook haar moeder, zoon, zijn

Dana met haar moeder Stajka, een van de laatste foto’s

vrouw en kind, waarmee Dana kort daarvoor samen geweest was lieten zich testen. En ja, ook zij waren besmet met COVID-19.

Op zondag 25 oktober daalde de lichaamstemperatuur van Dana van het een op het andere moment naar 33,1 graden Celsius. Binnen een uur zat ze in de huisartsenpost van het ziekenhuis waar een beginnende longontsteking vastgesteld werd. Benauwd? Zeker, erg benauwd, ook haar zoon kon van benauwdheid nog geen 50 meter lopen.

Haar 85-jarige moeder werd naar het Anthonius in Nieuwegein gebracht. Vier dagen later werd ze ontslagen. Ging het goed? Vergeet het, een paar uur later zakte haar zuurstofgehalte naar een gevaarlijke 77. Per ambulance keerde ze onmiddellijk terug naar Nieuwegein. Nu begon de horror. Ze had een longembolie gekregen. In mijn hoofd luidde van ver de doodsklok.

Ik was broeierig warm, maar had geen koorts. In mijn hoofd vlogen de gedachten als een razende door elkaar heen. Mijn lichaamskrachten smolten, maar ik had koppijn noch benauwdheid. Alleen ontwikkelde zich al snel een verschrikkelijke hik die gepaard ging met het uitspugen van slijm. Op bed of op de bank liggen was het enige dat ik die week kon, verder moest ik niets aan mijn hoofd hebben.

Dana kwam uit de crisis. Binnen een paar dagen knapte ze volledig op en ging naar het Anthonius in Nieuwegein om haar moeder bij te staan. De verzorging werd ieder uur zwaarder. Ze gaven haar 15 liter zuurstof. Ofschoon ze alle moeite deed kon ze die niet opnemen. Een behandeling op de IC was gezien de deplorabele staat van haar longen onmogelijk. Het was een longinfarct. Stikken is verschrikkelijk. Toediening van meer morfine verlicht de pijn, het zorgt voor een snelle dood.

Donderdag 5 november om 14.33 uur was haar strijd voorgoed gestreden. En dan krijg je de karige begrafenis die afgelopen dinsdag plaatsvond in haar vaderland Servië waar dagelijks ruim 3.000 nieuwe coronabesmettingen zijn. De coronaregels zijn er streng. Vier doodgravers, een pastoor en een paar bekenden, niet meer mensen mochten haar begeleiden op haar allerlaatste gang. Ze werd begraven tussen een te vroeg gestorven dochter en een zoon. Zo eindigt het leven terwijl de wereld doordraait alsof er niets gebeurt. Wanneer wij naar het graf gaan? Als COVID-19 plaats maakt voor een leven dat weer zijn normale gang kan gaan.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.