Doodsroffel in De Kruisiging van Brueghel de Jonge

Dof gehamer, gekerm en gescheld. Op Golgotha sterft Jezus aan het kruis. Hij hangt in het midden, hoog boven de massa. Aan het kruis rechts hangt Dismas, een crimineel die berouw toonde. Jezus beloofde aan hem het paradijs. De man aan het linker kruis is Gestas, ook een crimineel. Hij toonde geen enkel berouw voor zijn zonden.

De onheilspellende lucht boven dit zeventiende-eeuwse olieverfschilderij De kruisiging van Pieter Brueghel de Jonge (1564-1638) geeft aan dat er iets verschrikkelijks te gebeuren staat. In gedachten hoor je de doodsroffel. Schilders uit die tijd hadden geen idee hoe de calvarieberg erin werkelijkheid uitzag. Daarom plaatste Brueghel de Jonge de schedelplaats, naar het voorbeeld van zijn voorgangers Jheronimus Bosch en Pieter Brueghel de Oude, in een volstrekt Brabantse omgeving. De stad op de achtergrond is niet Jeruzalem, maar Antwerpen, zij het in geïdealiseerde vorm.

De terechtstellingsplaats voor ter dood veroordeelden lag buiten de stadsmuur van Jeruzalem. Bij benadering was wel bekend hoe de huizen in het Midden-Oosten er uitzagen. In een van die bouwsels was op de avond voor de terechtstelling het laatste avondmaal genuttigd. Ver op de achtergrond en rechts boven op de berg schilderde Brueghel die huizen als een verweerde steenmassa.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.