Gerrit Achterberg, moord in de Boomstraat 20 bis, Utrecht

Het derde huis na het balnet is nummer 20-bis waar Achterberg op de zolderetage de moord pleegde op zijn hospita Roel van Es.

Onlangs ben ik langsgegaan bij huizen met een bijzonder verleden. In dit huis, Boomstraat 20 bis in Utrecht, vermoordde de dichter Gerrit Achterberg zijn 40-jarige hospita Roel van Es die hem betrapte bij het aanranden van haar 16-jarige dochter Bep. Gerrit schoot ook Bep neer, maar die overleeft de aanval met een kogel in haar nek.

Het gebeurde op 15 december 1937. Achterberg meldde zich meteen bij de politie. Volgens de rechtbank pleegde hij de daad in een psychose. Hij werd onschuldig verklaard. Wel kreeg hij tot 1955 tbs. Naar Bep van Es keek niemand om. Zij droeg het drama tot 2004, het jaar van haar overlijden, met zich mee.

De zeer talentvolle Achterberg schreef de gebeurtenis van zich af in gedichten die onder meer gelauwerd werden met de PC-Hooftprijs en de Constantijn Huygens-prijs. Later was hij een zuipschuit van jewelste die zich liet verplegen door zijn vrouw Cathrien van Baak, een ex-NSB’er.

Achterberg stierf in 1962 aan een hartaanval, 56 jaar oud. Dichters en schrijvers, onder meer Harry Mulisch, spraken op de begrafenis vol bewondering over de poet, staande rond een graf waarin een vreemde lag. De dichter was al in een ander graf gelegd. ‘Foutje’, zei de begrafenisondernemer. Een grote kei siert zijn graf op Rusthof in Amersfoort, daarop de tekst:

‘Van dood in dood gegaan, totdat hij stierf.

De namen afgelegd, die hij verwierf.

Behoudens deze steen, waarop geschreven:

de dichter van het vers, dat niet bedierf.’

‘Van dood in dood gegaan’, voor de goede verstaander een herinnering aan de moord in 1937.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.