Post, een gedenkwaardige verzetsnaam

Maquette huis van Johannes Post.

Op een autotocht door Drenthe passeer ik het dorp Nieuwlande. Daar kwam toch de grootste Nederlandse verzetsstrijder Johannes Post vandaan? Zou zijn huis er nog staan? Het dorp heeft een museum dat aan hem is gewijd. Daar krijg ik te horen dat het steeggie – boerderij met klein voorhuis en iets groter achterhuis – van de familie Post in 1948 is afgebrand. In het museum staat een goed gelijkende maquette van het huis.

De boerderij van de familie Post in Hollandscheveld.

Johannes Post, geboren op 4 oktober 1906 in de buurtschap Moscou, was het jongste en elfde kind van Trijntje Tempen en boer Jan Wolters Post. In 1910 verhuisde het gezin naar een boerderij aan het Zuideropgaande 154 in Hollandscheveld. Johannes valt al op jonge leeftijd op door zijn standvastigheid in principiële kwesties. Hij maakte zich hard voor het christelijk onderwijs en de vooruitgang van de veendorpen. Ook zijn broers Marinus en Henk kwamen terecht in het verzet. Alleen Henk, een dominee, zou de oorlog overleven.

Joden

In Nieuwlande was het leven voor buitenstaanders destijds bar. Onverharde straten, veengebieden en vooral bos, heel veel bos. Het is daarom niet vreemd dat Nieuwlande vol zat met onderduikers, voornamelijk Joden. Er wordt gezegd: enkele honderden. Na de oorlog krijgt het dorp de Israëlische onderscheiding Rechtvaardige onder de volkeren.

Bij het binnenrijden van Nieuwlande zie ik een bord dat verwijst naar een voormalig onderduikershol in het bos. En niemand verraadde die plek? Nee, in WOII was de bevolking hier sterk gereformeerd, over de onderduik hield ze de kaken stijf op elkaar. De economische crisis en meer nog de bezetting smeedt een sterke onderlinge vertrouwensband. Daarom vonden veel onderduikers uit West-Nederland hier een schuiladres.

In de gereformeerde kerk aan de Johannes Poststraat in Nieuwelande is onder de kansel nog altijd de onderduikersplek te zien waar Joodse onderduikers niet alleen persoonsbewijzen vervalsten maar ook briefkaarten en prenten drukten om het eten voor de onderduikers te kunnen betalen. De kruipruimte was ook het verblijf van de redactie van de illegale wekelijkse nieuwsbrief De Duikelaar.

Bij kaarslicht ‘waren we veertig uren met De Duikelaar bezig. En altijd gebukt omdat je er niet kon staan’ (uit Sporen van de oorlog, een uitgave van de Anne Frankstichting). Foto gemaakt in museum De Duikelaar, Nieuwlande.

 

Bestuur van de gemeente Oosterhesselen. Op de stoel rechts zit wethouder Johannes Post. (Foto uit museum De Duikelaar, Nieuwlande).

Monument van verzetsstrijder Frits Slomp in Heemse/Hardenberg.

Post was boer en wethouder van de gemeente Oosterhesselen. Hij verzet zich direct tegen de Duitsers. Maatregelen als de verplichte veeregistratie en paardenvordering wijst hij af. Ook is hij al gauw betrokken bij de verspreiding van de verzetskrant Vrij Nederland en knoopt contacten aan met Trouw, die andere verzetskrant. Via zijn broer Marinus, die boer is in Kampen en aan Joden onderdak biedt, zet hij in 1942 een landelijke liveline op voor Joden. Per tientallen haalt hij ze naar Nieuwlande. Hij werkt alleen samen met personen die hij voor 100 procent vertrouwt. Eén van hen is dominee Frits Slomp uit het Overijssels Heemse. Slomp begon zijn domineeschap in 1927 in Nieuwlande. In de oorlog was hij landelijk organisator van hulp aan onderduikers.

Gewapend verzet

In 1943 kiest Post voor het gewapend verzet. Aanleiding is de april/mei-staking tegen de gedwongen arbeidsinzet in 1943 die uitloopt op een bloedbad – 80 mensen gefusilleerd, 95 op straat doodgeschoten en 400 ernstig gewond. Daarna richt Post de eerste Nederlandse gewapende verzetsgroep op, de KP Nieuwlande. De groep maakt jacht op extra voedsel- en kledingbonnen voor onderduikers. Ze overvallen de uitleenbureaus in Sleen, Zweeloo, Oosterhesselen en Nieuweroord. De Duitsers doen invallen in Nieuwlande en omgeving. Johannes en zijn gezin vluchten. Uiteindelijk valt het gezin uit elkaar en leeft, ieder apart, op onderduikadressen. Wonderwel overleven ze de oorlog.

Broer Marinus ontkomt IN 1943 ternauwernood aan de Sicherheitspolizei. Maar zijn vrouw komt terecht in Kamp Vught waar ze het Bunkerdrama overleeft. Jan, zijn zoon, overleeft concentratiekamp Dachau.

Graven op de Eerebegraafplaats in Bloemendaal.

Het einde voor Johannes komt in juli 1944. Bij een mislukte KP-overval in Haarlem, in zijn opdracht uitgevoerd, grijpen de Duitsers verzetsstrijder Jan Wildschut. Hij verdwijnt in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam. Post wil hem bevrijden. Martinus wijst de actie af. Te gevaarlijk. Post zet door. Hij gebruikt daarvoor Jan Boogaard, een Nederlandse SS-bewaker die aan de KP-ploeg toegang moet verlenen. Boogaard verraadt de boel. De volgende dag, 16 juli 1944, wordt Johannes Post in de duinen van Overveen gefusilleerd, hij is 37 jaar. Henk Post, predikant in Rijnsburg, duikt met zijn gezin onder. Hij overlijdt in 1982. In 1947 volgt de executie van Boogaard.

Op 23 oktober 1944 grijpen de Duitsers per toeval Marinus Post – hij ziet een wagen vol Duitse soldaten en er breekt een vuurgevecht uit. Ze grijpen hem maar hij houdt stijf zijn mond, vertelt zelfs niet zijn naam. Dat ze ‘de terrorist’ Post te pakken hebben, weten ze niet. Op 17 november 1944 executeren ze hem in Alkmaar onder de naam Hubertus Ham, die naam staat op zijn vervalst id-bewijs. Johannes en Marinus krijgen na de oorlog een graf op Eerebegraafplaats in Bloemendaal.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.