Home

Alles verandert bliksemsnel

De wereld is in nauwelijks 20 jaar totaal veranderd. Internet is de nieuwe Werkelijkheid geworden. Ruim 100 jaar geleden brachten telegraaf, telefoon, stoomboot, en trein, later het vliegtuig ons vooruit. Het ging snel, maar nooit zo snel als nu.

Onze wereld is veranderd in een dorp. Financiën, handel en industrie zijn uitgegroeid tot een georganiseerde productieketen. In dit ‘werelddorp’ met 7 miljard inwoners draait het om globalisering: het openstellen van grenzen voor de gemakkelijke verplaatsing van goederen en diensten.

Die ontwikkeling gaat razendsnel. Alleen een crisis, recessie of oorlog kan er een eind aan maken. Maar zijn de puinhopen aan de kant geschoven dan draait alles gewoon weer door en wellicht nog sneller dan voorheen.

Op deze site wil ik de veranderingen in de wereld volgen. Niet zoals een krant of tijdschrift doet, maar door alleen datgene eruit te pikken wat ik belangrijk vind.

Nederland in WO 1 nu gratis te lezen. Het boek verscheen in 2014.

nederland in wo1

Nederland in wo1


Efteling mooiste pretpark van Nederland

Het eerste affiche van Anton Pieck voor de opening van het Sprookjesbos, 1952.

De Efteling is het mooiste pretpark van Nederland. Al meer dan zeventig jaar laten bezoekers zich hier onderdompelen in een magische wereld van sprookjes en kermisvertier. Niet zo vreemd dus dat er in Het NoordBrabantsmuseum in Den Bosch een tentoonstelling aan het park is gewijd.

Tovenaar Pardoes is de mascotte van De Efteling.

Dit attractiepark ontstond uit armoede. In 1933 viel er weinig te beleven in de streek van de Loonse en Drunense duinen, waar Waalwijk fungeerde als middelpunt van de schoenenindustrie. Een plek voor sport en ontspanning kan de boel opfrissen, dachten pastoor Johannes de Klijn, kapelaan Emile Rietra en Jac. Smit, voorzitter van de lokale voetbalclub. Op hun initiatief ontstond in 1935 in Kaatsheuvel het Rooms Katholiek Sport en Wandelpark. In 1950 wilde burgemeester R. van der Heijden van de gemeente Loon op Zand, waartoe Kaatsheuvel behoort, minder afhankelijk zijn van de schoenenindustrie. Het toerisme is een mooie aanvulling, besloot hij. Stichting Sportpark werd stichting Natuurpark de Efteling met een sprookjesbos. (De naam Efteling is afgeleid van een lang verdwenen hoeve en buurtschap, beide met de naam Ersteling).

Anton Pieck

De kabouter Kleine Boodschap wijst het bezoek de weg naar het toilet – tekening van Anton Pieck.

In 1952 kreeg tekenleraar Anton Pieck uit Overveen van de stichting Natuurpark De Efteling de opdracht ‘tot het doen van al datgene wat ter verwezenlijking van het door ons gedachte sprookjesbos nodig is’. Voor een bedrag van drieduizend gulden ging hij aan de slag met het tekenen van sprookjes voor het sprookjesbos. Pieck was een perfectionist. Hij beeldde de sprookjes levensecht uit. Er moest ook beweging en muziek bij, die taak kreeg Peter Reijnders, de huisuitvinder van het park.

Viool uit het verdwenen spookslot waarop de Danse Macabre werd gespeeld.

Het sprookjesbos was een grandioos succes. Vanouds te zien zijn daar Doornroosje, de Zes Dienaren (Langnek, Kogeloog, Koukleum, Putoor, Heuvelbuik en Springkuit), de Rode Schoentjes en Sneeuwwitje. Veel kinderen en ook hun ouders kregen er geen genoeg van. De bezoekersaantallen stegen snel – in 1952 bezochten 230.000 mensen het park. Het Sprookjesbos was algauw toe aan uitbreiding. In 1966 verschenen daar de Indische Waterlelies, geschreven door koningin Fabiola van België. In 1978 stond er het – in 2022 gesloten – spookslot, dit was geen sprookje, het was vooral bedoeld voor het oudere bezoek. De creatieve leiding was in handen van Ton van de Ven, die ook het Volk van Laaf bedacht alsmede het Huis van de vijf Zintuigen en Fata Morgana.

Het volk van Laaf.

In de jaren zeventig was het allang geen sprookjesbos meer, maar een echt attractiepark met sinds 1981 de befaamde achtbaan de Python – daarin ga je vier keer over de kop. En het pretpark groeide maar door. Denk aan Carnaval Festival (1984), de Vogel Rok (1998), Joris en de Draak (2010), Baron 1898 (2015). In 1986 kwam Fata Morgana (een Duizend-en-een-nacht droomvlucht) en een droomvlucht tussen elfen (1993). Bij het 65-jarig bestaan – 2017 – opende Symbolica, het paleis van de fantasie.

Economisch belang

De Efteling biedt kwaliteit, de toegangsprijs is navenant, die steeg van 0,85 cent in 1952 naar 48 euro vandaag de dag.

De Efteling is sinds 1985 een BV met de stichting als enige aandeelhouder. Het detaillistisch gebouwde park – zelfs de tuinen zijn onder architectuur aangelegd en denk ook aan holle bolle Gijs: ‘Papier hier.’ – is uitgegroeid tot een toeristische en economische trekpleister van jewelste. De bezoekersaantallen zijn enorm. In 2022 bezochten 5,43 miljoen mensen het park, het hoogste aantal ooit. Er werken zo’n drieduizend mensen en vrijwel alles wordt in eigen beheer gedaan. Het attractiepark haalt gewoonlijk de eerste plaats bij toeristische prijzen.

Macht en aanzien

Een grafheuvel uit 2.000 v. Chr..

Zo’n vijfduizend jaar v. Chr. beginnen we een steeds duidelijker beeld te krijgen van de mensheid. Dit is het tweede deel van de korte serie De historie van ons ontstaan. Na de IJstijd doorkruisen groepen jagers-verzamelaars ons gebied. Rondtrekkende stammen vestigen zich omstreeks 4.900 v.Chr. op vruchtbare grond en bij visrijk water.

 

 

Pot van bandkeramiek.

Deze kolonisten smeedde algauw onderlinge banden tussen de verschillende stammen. Ze hielden vee, bouwden houten huizen en maakten gebruik van stenen gereedschappen. Om onduidelijke redenen vertrokken ze soms snel, zoals de Rössen, een volk van bandkeramisten. Behoudens enkele grafvelden zijn van dit volk weinig sporen teruggevonden. Andere boerenstammen lieten veel grafheuvels en hunebedden na. Hunebedden dateren van 4.000 tot 3.000 v. Chr., daarmee zijn ze ouder dan de Egyptische piramides, waarvan de eerste uit 2.600 v. Chr. stamt. Rond 1.200 v. Chr. – late Steentijd – ontstonden hier veel grafheuvels met daarin (een) urn(en) gevuld met crematieresten.

Urn uit de Steentijd.

 

IJzer

Armringen uit de Bronstijd.

De vondst van koper en tin, de belangrijkste grondstoffen voor brons, en later ijzeroer, bracht een eind aan de Steentijd. Vanaf 750 v. Chr. begon de wereld er  anders uit te zien. IJzer bleek perfect voor wapens, gereedschappen en sieraden. We eerden de goden en ijzeren voorwerpen dienden als offergoed. Het smeden van ijzer tot wapens en gebruiksartikelen leverde veel geld op, daardoor ontstonden  macht en aanzien.

De machtigen ontvingen na hun dood een fraaie urn. Bijzetting volgde in een grote grafheuvel, versierd met bijzondere giften, zoals een opgerold zwaard, paardentuigbeslag en sieraden.

 

 

 

 

 

In 58 v. Chr., marcheerden Romeinse legioenen de Lage Landen binnen. Er ontstonden legerkampen. Voor de voeding van de duizenden soldaten bedachten de Romeinen de planmatige landbouw. Noordelijker dan hier zijn ze nooit gekomen. Ze probeerden het wel, maar tevergeefs. In 9 n. Chr. sloeg een coalitie van Germaanse stammen de Romeinen terug bij Kalkriese nabij Osnabrück, waarover later meer.

Vrijheid uiterst moeilijk verkregen

In Oost- en Zuid-Nederland was er na Market Garden genoeg parachutestof voorhanden om er zelfs feestkleding van te maken.

78 Jaar geleden vrij, vandaag vieren we die vrijheid, een vrijheid die uiterst moeilijk is verkregen. Bijna negen maanden voor de bevrijding op 5 mei 1945 was Zuid-Nederland al bevrijd. Tijdens Operatie Market Garden, die de bevrijding van dit deel van Nederland inluidde, werd het treinverkeer platgelegd. Die spoorwegstaking was volkomen nutteloos. De Duitsers wilden de voedseldistributie naar West-Nederland via het spoor aan de gang houden, maar alleen met Nederlands personeel. De regering in Londen verbood dat.

 

Bevrijder 1945, Canadese oorlogsbegraafplaats, Groesbeek.

Tot het begin van de winter in 1945 vervoerden de Duitsers het voedsel per schip naar West-Nederland. Daarna werd het zo koud dat de rivieren bevroren en de schepen vastlagen. West-Nederland kreeg te maken met de hongerwinter. Tienduizenden trokken er per fiets op uit op zoek naar voedsel, vooral in Noord- en Oost-Nederland. Bij die tochten vielen duizenden doden onder meer doordat geallieerde jachtvliegers op alles schoten dat bewoog. Mede hierdoor, alsmede voedselgebrek, stierven er zo’n twintigduizend mensen. Door de in deze periode uitgevoerde geallieerde vergissingsbombardementen – denk aan het Haagse Bezuidenhout en Nijmegen – liep het aantal dodelijke slachtoffers verder op.

De Canadezen behoorden, samen met de Amerikanen, Britten en Polen, tot onze bevrijders. Op de Canadian War cemetry in Groesbeek liggen zo’n 2.600 strijders begraven. Naast vrijwel elk graf heeft de stichting Faces to graves een foto van de daar begraven soldaat geplaatst.

Scharminkels

De hongerwinter trof ouderen zwaarder dan jongeren. Veel mensen van in de zestig legden destijds het loodje. Op Bevrijdingsdag liepen de meeste mensen in West-Nederland erbij als scharminkels.

Achter hen lag een onnoemelijke ellende. Van de ruim 140.000 Joden in Nederland werden er ruim 101.000 vermoord. Van de 28.000 ondergedoken Joden in Nederland overleefden er 16.000 de oorlog niet. Ontvingen de overlevenden na de oorlog sympathie? Vergeet het. De Belastingdienst zat ze op de hielen, want in de afgelopen jaren hadden ze geen aangifte gedaan.

Het leven moest zo snel mogelijk op de vooroorlogse voet verder, naar slachtoffers werd niet omgekeken. Voor klagen was geen tijd. De maatschappij lag in puin. We kampten nog jaren met een enorm woningtekort en er was van alles veel te weinig. Tot 1952 kende we een bonnensysteem. Koffie was het laatste product op de bon. In de jaren zestig keerde het tij, toen ontstond er – vooral door Provo – verzet tegen de autocratische maatschappij.