Home

Alles verandert bliksemsnel

De wereld is in nauwelijks 20 jaar totaal veranderd. Internet is de nieuwe Werkelijkheid geworden. Ruim 100 jaar geleden brachten telegraaf, telefoon, stoomboot, en trein, later het vliegtuig ons vooruit. Het ging snel, maar nooit zo snel als nu.

Onze wereld is veranderd in een dorp. Financiën, handel en industrie zijn uitgegroeid tot een georganiseerde productieketen. In dit ‘werelddorp’ met 7 miljard inwoners draait het om globalisering: het openstellen van grenzen voor de gemakkelijke verplaatsing van goederen en diensten.

Die ontwikkeling gaat razendsnel. Alleen een crisis, recessie of oorlog kan er een eind aan maken. Maar zijn de puinhopen aan de kant geschoven dan draait alles gewoon weer door en wellicht nog sneller dan voorheen.

Op deze site wil ik de veranderingen in de wereld volgen. Niet zoals een krant of tijdschrift doet, maar door alleen datgene eruit te pikken wat ik belangrijk vind.

Nederland in WO 1 nu gratis te lezen. Het boek verscheen in 2014.

nederland in wo1

Nederland in wo1


Mijn Strijd zit vol leugens en waarheid

Wie zijn kennis over WOII wil vergroten leest Mijn Strijd van de man van zes miljoen, Adolf Hitler. Jarenlang was het boek in Nederland verboden, sinds enige tijd ligt er een wetenschappelijk uitgave van het werk, uitgebracht door uitgeverij Prometheus. Ruim 800 pagina´s verderfelijke tekst met als ondertoon: prijs de Ariërs, verdrijf de Joden, verover de wereld.

Dit in 1925 voor het eerst uitgegeven boek, geschreven in het gevang, zit van begin tot eind boordevol leugens en waarheid. Leugens omdat Hitler de dolkstoot-legende van harte heeft toegejuicht. Deze in het leven geroepen leugen door generaal Erich Ludendorff, die het niet kon verkroppen dat Duitsland de oorlog verloor, schoof de schuld daarvoor in de schoenen van de communisten en socialisten. Waarheid omdat hij zijn angstvallige voornemens niet alleen opschrijft maar, en dit tot verbijstering van velen, ook volop heeft waar gemaakt.

Ras

Behoud en verbetering van het ras was volgens Hitler de eerste voorwaarde voor elke menselijke cultuurontwikkeling. In de volkse staat die hij voorstond waren de raciale oerelementen een middel tot een hoger doel, Ze waren niet alleen cultuur schenkend maar schiepen ook de schoonheid en waardigheid van een hoger mensdom. Qua ras stonden de Ariërs bovenaan, de rest kon oprotten. In Mijn strijd pleit hij voor de verwijdering van de Joden. Een duister lot dat maar al te zeer is bewaarheid.

Ook sterilisatie en de moord op onder meer verstandelijk gehandicapten kondigt Hitler in zijn boek aan. ‘In de natuur levert ongewenste rassenvermenging ’bastaarden’ op, deze zullen door kwetsbaarheid of onvruchtbaarheid vanzelf uitsterven. In de menselijke samenleving ontbreekt dit correctiemechanisme. Uit naastenliefde en humanitaire overwegingen worden namelijk juist de zwakke ‘exemplaren ’ in leven gehouden en krijgen ze zelfs de kans om zich voort te planten. Dat is een groot probleem (…). Hij zegt het niet met zoveel woorden maar de toon is radicaal gezet.

Mijn Strijd kost 49.99 euro.

Op- en afbouw van de Limburgse mijnstreek

Mijnwerkers (Nederlands Mijnmuseum in Heerlen0.

Steenkool, afkomstig van 300 miljoen jaar oude prehistorische planten, was lange tijd het zwarte goud van Limburg. Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw tot begin jaren zestig van de vorige eeuw draaide onze industrie op steenkool en kookten en verwarmden we onze huizen met steenkool. Olie en de komst van goedkopere steenkool uit de VS, maar vooral de vondst van de aardgasbel in Slochteren in 1959 luidde het einde in van de twaalf Limburgse kolenmijnen.

Briket, industriële brandstof.

De mijnbouw in Nederland kende een relatief late start. De Oranje-Nassau I-mijn (1899 – 1974) in Heerlen was een pionier in deze sector. Uit deze mijn kwam steenkool in allerlei soorten en maten. Voor het stoken van de kachel werd magerkool gebruikt, dit is kolen met weinig mijngas. Vetkool bevatte veel gevaarlijk mijngas, daarom ging het naar de industrie. Van stukkool werden ´antraciet nootjes´ gemaakt voor thuis. Of eierkolen, al waren die van een iets mindere kwaliteit. Begin jaren zestig verscheen syntraciet, een geur- en rookloze brandstof, ideaal voor de kolenhaard. Van kolen die ongeschikt was voor de kolenhaard werden briketten geperst, die waren onder meer bruikbaar in stoommachines van schepen en locomotieven.

Silicose

De aanleg van nieuwe gangen in een mijn gebeurt meestal met dynamiet. De springlading is verbonden met het schietapparaat, de schietstoel. De schiethouwer drukt de hendel naar beneden. Na de oorverdovende knal is er weer twee meter nieuwe gang ´gedreven´.

Werken in de mijnen knaagde aan de gezondheid. Diep in een mijn kon het 40 graden zijn. Koolmonoxide, uitlaatgassen, schietdampen en het gevreesde mijngas konden de luchttoevoer onverwachts uit balans brengen. De Nederlandse mijnen waren modern en veilig. Een vernuftig systeem van schachten en ventilatoren zorgde voor voldoende zuurstof. Iedere mijnwerker droeg een stofmasker en had voor noodgevallen een buis met zuurstof bij zich. Toch gebeurde er soms ernstige ongelukken, In totaal verloren in Limburg 1.500 koempels tijdens het werk hun leven.

Langdurige inademing van steenstof eiste zijn tol. Hierdoor ontstonden stoflongen: bindweefselvormig in de longblaasjes, beter bekend als silicose. De longen verstenen en de patiënt stikt. Om geen uitkeringen te hoeven betalen deed het mijnbedrijf deze dodelijke beroepsziekte aanvankelijk af als astmatische bronchitis of tuberculose.

Dr. Poels

Berbke, de heilige Barbara, was de schutspatrones van de mijnwerkers en hun familie. Ze baden tot haar voor een veilige terugkeer naar de bovengrond. Op 4 december werd ze herdacht.

De mijnen trokken aanvankelijk alleen Limburgers aan. Later ook mensen uit andere delen van Nederland en uiteindelijk ook veel arbeiders uit het buitenland (o.a. Italianen en Slovenen). Die van buiten Limburg brachten andere gewoonten mee. Geen prettig idee voor de rooms-katholieke kerk, die deed er dan ook alles aan om zijn macht in de mijnstreek te behouden, Aalmoezenier dr. Henri Poels (1868-1948) zette zich volop in voor de bouw van goede woningen voor de Limburgse mijnwerkers. Dit leidde onder meer tot de mijnwerkerskolonie De Eerste Stap, een Engels tuindorp, in Hoensbroek en de oprichting van de koepelorganisatie voor katholieke woningbouwverenigingen Ons Limburg.

Het einde

De vondst van de Groningse gasbel gaf de moderne, maar daarmee ook peperdure, mijnen de nekslag. Op 17 december 1965 verkondigde Joop den Uyl, minister van Economische Zaken, het einde van de mijnen. Het industriële erfgoed verdween. Daarvoor in de plaats kwamen ambtelijke organisaties, zoals het CBS, het ABP en de Belastingdienst naar Heerlen. Geleen kreeg in 1973 Chemelot, het chemische bedrijf DSM. Ondertussen werd de oude mijnstreek geplaagd door criminaliteit, drugsdealers, drugsgebruik, prostitutie en werkloosheid. Dit duurde tot 2001, in dat jaar trad Operatie Hartslag in werking. Met meer handhaving en hechte samenwerking tussen veiligheids- en zorgdiensten kwam er eindelijk een positieve kentering op gang.

 

Waterbeheersing staat altijd onder druk

Bij de dijkaanleg en dijkbewaking in het donker maakte het waterschap gebruik van deze dijkbewakingslamp, waarvan er velen dienst deden.

Klimaatverandering drukt ons met de neus op de feiten. Nederland moet meer gaan doen aan het waterbeheer. Want we staan onder druk! De Noordzee stijgt. Stortbuien komen vaker voor. Het is een slecht omen, zeker voor West-Nederland.

Nederland voert al tweeënhalfduizend jaar strijd tegen het water, daarmee hielden we lang droge voeten. Geldt dat ook voor de toekomst?

Water is onze vriend én vijand. In de oudheid woonden we op terpen. Water bevloeide ’s winters de akkers waar het een vruchtbare kleilaag achterliet. Vliedende stormen verbraken die rust. Om de zee te trotseren bouwden we ringdijken. De eerste dijken waren zwak, de zee brak er genadeloos doorheen.  In 1287 vond er ‘een zondvloed van godswege’ plaats. De zee klauwde door de zwakke dijken en vormde twee binnenzeeën: de Wadden en de Zuiderzee. In 1570 volgden er een paar gigantische stormen, die aan ruim 1500 mensen het leven kostte. Vanaf dat moment werd het dijkonderhoud gestructureerd, het was het begin van wat we nu kennen als de  waterschappen.

Basalt

Vroeger waren dijken niet meer dan glooiende hellingen, ervoor   stonden rijen houtenpalen die dienden als golfbrekers. Lang ging het goed, maar in 1725 zat erin de palen een hardnekkige houtworm. Bij de geringste golfslag braken ze af. Daarop werd het hout vervangen door basalt. Na de overstroming van 1825 kwamen er nog hogere dijken voorzien van nog meer basalt.

Winnaars

In de twintigste eeuw kwamen er gemalen. Vaarten en Kanalen werden uitgediept, dat gaf aan boer en schipper een aanvaardbaar waterpeil. In 2012 kwam er een waterkering bij Harlingen. Telkens waren we de winnaars in de moeizame strijd tegen het water. m overstromingen te voorkomen zullen we straks waarschijnlijk nog harder moeten vechten tegen het grimmige water.  Misschien moeten we zelfs land prijsgeven aan de oppermachtige Noordzee. Het is geen slecht idee om daar in de planologische planning alvast rekening mee houden.