Home

Alles verandert bliksemsnel

De wereld is in nauwelijks 20 jaar totaal veranderd. Internet is de nieuwe Werkelijkheid geworden. Ruim 100 jaar geleden brachten telegraaf, telefoon, stoomboot, en trein, later het vliegtuig ons vooruit. Het ging snel, maar nooit zo snel als nu.

Onze wereld is veranderd in een dorp. Financiën, handel en industrie zijn uitgegroeid tot een georganiseerde productieketen. In dit ‘werelddorp’ met 7 miljard inwoners draait het om globalisering: het openstellen van grenzen voor de gemakkelijke verplaatsing van goederen en diensten.

Die ontwikkeling gaat razendsnel. Alleen een crisis, recessie of oorlog kan er een eind aan maken. Maar zijn de puinhopen aan de kant geschoven dan draait alles gewoon weer door en wellicht nog sneller dan voorheen.

Op deze site wil ik de veranderingen in de wereld volgen. Niet zoals een krant of tijdschrift doet, maar door alleen datgene eruit te pikken wat ik belangrijk vind.

Nederland in WO 1 nu gratis te lezen. Het boek verscheen in 2014.

nederland in wo1

Nederland in wo1


Industrie langs Noordzeekanaal zorgt voor milieuproblemen

Het Noordzeekanaal, geopend op 1 november 1876, verbindt de Noordzee met de haven van Amsterdam. De aanleg duurde elf jaar. Een Nederlandse aannemer durfde dit gigantische karwei niet aan waardoor de Britse firma Henri Lee and Sons uit Londen-Westminster ermee aan de slag ging.

De kerk in Oud-Velsen staat op de plek van een houten kapel uit 800 n.Chr. Naast de kerk zijn graven van omgekomen Engelse arbeiders aan het Noorzeekanaal.

Het 21 kilometer lange kanaal mondt uit in het IJ en is volledig met de hand uitgegraven. Dit intensieve werk – waar de Britten door hun ver doorgevoerde industrialisatie in de tijd meer ervaring mee hadden dan wij – begon op 8 maart 1865. De eerste schop ging de grond in in de duinen van de Breesaap, op het grondgebied van de gemeente Velsen. Het kanaal heeft het dorp bijna gehalveerd. Gelukkig is de 18e -eeuwse kern grotendeels bewaard gebleven. Naast de Engelmunduskerk uit de 12e-eeuw zijn graven van Engelse arbeiders die omkwamen bij de kanaalaanleg, onder meer het graf van de 37-jarige voorman John Hurrell – zie foto – uit Shaugh, die op 9 juni 1869 het leven liet.

Tata Steel

Aan het Noordzeekanaal, op een terrein van 800 hectare in IJmuiden, staat het voormalige Hoogovens, thans Tata Steel, een milieuvervuiler van de eerste orde.

Jaarlijks varen er zo’n negenduizend schepen door het talloze malen verbrede en verdiepte Noordzeekaneel, dat een uitstekende verbinding biedt met de rest van de wereld. Langs het water staan veel bedrijven, die zorgen niet alleen voor veel inkomsten maar ook voor heel veel milieuproblemen.

Wat er over was van de Breesaap werd in 1918 verwoest door de Hoogovens, tegenwoordig het Indiase Tata Steel. Sinds de in bedrijfsname (1920) blaast de staalgigant niet alleen hete lucht uit de smeltovens maar ook tonnen CO2, evenals kankerverwekkende stoffen als PAKS en lood.

Onlangs werd het bedrijf een uitstootvermindering van acht procent opgelegd, maar Tata Steel heeft nog altijd ruim voldoende stikstofruimte over om de productie op peil te houden. En dat is jammer, want zo halen we de klimaatdoelen natuurlijk nooit. Meer dan 1.5 graad mag de aarde niet opwarmen, aldus het klimaatakkoord van Parijs (2015). Ondertussen stijgt de temperatuur maar door. In Europa zitten we nu op gemiddeld 1.2 graden en het gaat naar 2.5 graden. Zeg maar dag met je handje.

Wolkers kunstwerk voor Jac. P. Thijsse

Glaskunstwerk ONBEKOMMERD van Jan Wolkers ter ere van schrijver/bioloog Jac. P. Thijsse in Den Burg op Texel.

Wat zoek je op Texel? vroegen vrienden aan de later bekende bioloog, schrijver/ leraar Jac. P. Thijsse toen hij in 1889 schoolhoofd werd van de Franse school – voorloper van de mavo – in Den Burg. ‘De prachtige natuur hier boeit mij onmetelijk’, antwoordde hij.

Thijsses vrouw had algauw genoeg van Texel. Na tweeënhalfjaar verhuisde het stel naar Amsterdam. Desondanks bleef hij naar eigen zeggen verknocht aan Texel en verklaarde ‘altijd een Texelaar te blijven’. Hij kwam er vaak terug.

Zijn liefde voor Texel is niet vreemd. Het schapeneiland is een openbaring voor liefhebbers van fauna en flora. Overal zijn watervogels. Op Texel bloeit de parnassia en langs de vele kreken en strangen staan metershoog de Gelderse rozen. Ook het licht op Texel is uniek, lichtzuilen en bijzonnen komen hier vaak voor.

Thijsse liet de meisjes van ‘zijn’ middelbare meisjesschool ’t Kopje in Bloemendaal zorgeloos kennismaken met deze pracht. Met zijn boeken over de natuur – hij schreef er vijfenveertig waarvan de Verkade-plaatjesalbums nog altijd bijzonder zijn – krikte hij in Nederland de belangstelling voor de natuur omhoog. Het is aan hem te danken dat het Naardermeer een natuurgebied is en zonder hem was er geen Vereniging van Natuurmonumenten geweest.

Graf van Jac. P. Thijsse en zijn vrouw in Bloemendaal.

Thijsse stierf in 1945. Jaren na zijn dood betrad de beeldhouwer/schrijver Jan Wolkers Texel. Hij schreef er onder meer Turks Fruit en koesterde een enorme waardering voor de bioloog Thijsse. Wolkers wandelde hier uren door weer en wind in de voetsporen van Jac. P. Thijsse. In 2003, vier jaar voor zijn dood, onthulde de gemeente in de vijver vlak voor het centrum van Den Burg zijn hommage aan Thijsse, een glaskunstwerk met als titel: Onbekommerd.

Paus Adrianus uit Utrecht was niet geliefd

Slechts een jaar en twee weken is de Nederlandse kardinaal Adriaan Floriszoon Boeyens paus geweest. Hij stierf als Adrianus VI op 14 september 1523 in Rome.

Paus Adrianus IV, een schilderij van Jan van Scorel

Adriaan Floriszoon kwam uit Utrecht. In 1522 werd hij uit nood tot paus benoemd. Zijn naam klonk pas na elf stemronden. Op dat moment was hij regent in Spanje van zijn vroegere leerling, de machtige Karel V, koning van Spanje, keizer van het Heilige Roomse Rijk en landsheer van de Nederlanden.

De reformator Maarten Luther sloeg in 1517 de bijl in de stam van de rooms-katholieke kerk

Niemand was blij met ‘de Nederlandse barbaar’, zoals de Italianen hem noemden. Zijn verkiezing was een noodgreep geweest om erger te voorkomen. Het Vaticaan was namelijk sinds zijn voorganger, de onbezonnen paus Leo X, Giovanni de Medici (†1521), bankroet verklaard, iets wat men liever achter gesloten deuren hield. Deze strubbelingen zorgde voor veel tumult bij de kardinalen, die onderling ‘vochten’ om het pausschap. De onrust nam toe door de opkomst van een nieuw schisma. Het eerste bestond uit het bestaan van twee pausen, een in Avignon en een in Rome, nu sloeg de theoloog Maarten Luther de bijl in de stam van de rooms-katholieke kerk.

Ook Adrianus was niet ingenomen met zijn benoeming. Eerst kon hij het niet geloven. Hij, de zoon van een scheepstimmerman uit de Utrechtse Brandstraat, paus? Maar bij het zien van de officiële papieren kon hij voor God en de wereld onmogelijk ‘nee’ zeggen tegen deze hoog verheven functie.

Streng en sober

Eind augustus 1522 werd hij in Rome, een stad die op dat moment door de pest vergeven was, tot paus gekroond. Van meet af aan voerde hij een streng en sober beleid waarbij hij de misstanden in de kerk, waar veel lucratieve baantjes waren, fel bekritiseerde. Hij drong er op aan het opleidingsniveau van de priesters te verhogen. Bestreed corruptie en legde een ban op het wereldlijke leven dat steeds meer het geestelijk leven verdrong. Verder pakte hij de clerus aan, maakte korte metten met het salaris van de kardinalen en haalde de bezem door de pauselijke hofhouding. Wie het kerkelijk recht schond kon gaan. In een bul liet hij het stadsbestuur van Utrecht weten ‘rondreizende geestelijken die aflaten verkopen te verjagen’.

Zegel van paus Adrianus.

Voor advies deed hij een beroep op de vermaarde wetenschapper Desiderius Erasmus. ‘Met jouw talent kun je de mensen die voor Luther gevallen zijn weer op het goede pad brengen. Kom daarom naar Rome!’ Tevergeefs. Erasmus schreef terug: ‘Ik ben niet fit genoeg. De reis is lang, langs Alpen vol sneeuw en smerige herbergen met zure wijn waarvan ik bij de geur alleen al dood ga.’

Vreemdeling

Voor de RK-kerk bleef hij een vreemdeling. Een Hollander die zich niet conformeerde aan de Italiaanse gewoonten. Zo weigerde hij de kardinalen die hem hadden gekozen – geheel tegen de gewoonte in – te betalen. Dat zette kwaad bloed. Ook zijn afkeer van de nieuwe Italiaanse kunstvorm, de renaissance, deed hem geen goed. Hij huurde de Nederlandse kunstenaar Jan van Scorel in die hem portretteerde als een zelfbewuste paus en die zelf gelukkig wel openstond voor de renaissance, die hij naar Nederland bracht.

In het Vaticaan was niemand bedroefd toen Adrianus VI stierf. Hij werd te ruste gelegd tussen andere pausen in de St. Pieter. Op zijn grafsteen stond: ‘Hic iacet impius inter Pios’ (‘Hier ligt een onvrome tussen Vromen’). In 1530 werd hij overgebracht naar de Santa Maria dell’Anima in Rome, een kerk met een Nederlands tintje, de oorsprong gaat terug naar het Jubeljaar 1350 toen het een gasthuis voor pelgrims was, opgericht door een echtpaar uit Dordrecht, Jan en Katrijn Peters.

Na zijn dood namen de Italianen het pausschap eeuwenlang weer in eigen hand. Tot 1978, het jaar waarin de Pool Karol Wojtyła tot paus Johannes Paulus II verkozen werd.