Home

Alles verandert bliksemsnel

De wereld is in nauwelijks 20 jaar totaal veranderd. Internet is de nieuwe Werkelijkheid geworden. Ruim 100 jaar geleden brachten telegraaf, telefoon, stoomboot, en trein, later het vliegtuig ons vooruit. Het ging snel, maar nooit zo snel als nu.

Onze wereld is veranderd in een dorp. Financiën, handel en industrie zijn uitgegroeid tot een georganiseerde productieketen. In dit ‘werelddorp’ met 7 miljard inwoners draait het om globalisering: het openstellen van grenzen voor de gemakkelijke verplaatsing van goederen en diensten.

Die ontwikkeling gaat razendsnel. Alleen een crisis, recessie of oorlog kan er een eind aan maken. Maar zijn de puinhopen aan de kant geschoven dan draait alles gewoon weer door en wellicht nog sneller dan voorheen.

Op deze site wil ik de veranderingen in de wereld volgen. Niet zoals een krant of tijdschrift doet, maar door alleen datgene eruit te pikken wat ik belangrijk vind.

Nederland in WO 1 nu gratis te lezen. Het boek verscheen in 2014.

nederland in wo1

Nederland in wo1


Brief van Mussert echt, nep, of kopie?

In deze brief van NSB-leider Anton Mussert, gedateerd 15 mei 1941 bedankte hij kameraadske mevrouw Wyers- van Bussell uit Haarlem voor de hem toegezonden chocolaatjes voor zijn 47e verjaardag.

De brief, geheel in nazi-stijl met de aanduiding Bloeimaand voor de maand mei, is in sterk gebruikte conditie en oogt daardoor echt. Ook de handtekening van Mussert draagt daaraan bij. Op de militariabeurs in Overloon lag de brief veilig onder glas.

De beurs was 14 mei jl., sindsdien heb ik niet meer naar de foto omgekeken. Tot vandaag. Op Google drukte ik de adressant A. Wyers-van Bussell Haarlem in en onmiddellijk verscheen dezelfde brief van Mussert bij de Militaria shop, maar nu in maagdelijk wit met nauwelijks waarneembare vouwen (zie: https://oorlogsspullen.nl/product/original-wwii-dutch-nsb-letter-anton-mussert-2/) . Welke is echt, welke nep? Of is er misschien een kopie bewaard gebleven? Beide brieven zien er bedrieglijk echt uit. Ik ben de prijs van de eerste brief vergeten, maar die lag zeker lager dan de 750 euro die de Militaria shop voor de brief vraagt. In 1942 stuurde mevrouw een taart aan de leider waarop ze wederom een bedankbriefje kreeg, zij het nu zonder het woord Bloeimaand. Die brief is door de Militaria shop voor een mij onbekend bedrag verkocht.

Nep

Nepartikelen op beurzen zijn aan de orde van de dag. Vooral uitrustingsstukken, zoals helmen en uniformen, zijn vaak nep. De handel in zogenaamd oud oorlogsspul groeit en bloeit en is zelfs voor kenners vaak moeilijk te traceren. Daarom koop ik ook nooit iets op zo’n beurs, maar doe liever het volgende.

Jaren geleden maakte ik een toer langs de landingsvelden in Normandië. In de buurt van Falaise klopte ik aan bij een oud treinstation dat niet meer als zodanig dienst deed. In de voormalige vertrekhal annex opslagruimte had de beheerder een ‘museum’ ingericht dat herinnerde aan de felle strijd in de ‘heggen’, die hier zo’n veertig jaar geleden plaatsvond. Het was alsof ik binnenstapte in de grimmige werkelijkheid van toen.

Helmen genoeg

Er stond van alles dat de beheerder in de loop der tijd had verzameld: landingsboten, jeeps, delen van vliegtuigen, daartussen lagen en stonden allerlei soorten wapens en munitie, zelfs een Amerikaanse tank. Met zijn voet schoof de verzamelaar een grote stapel Duitse helmen naar voren. Hij gebaarde dat ik er een mocht uitzoeken. Nee, hij wilde er geen cent voor hebben.

Verdomme, zag hij dan niet dat het allemaal origineel was? Zelfs de initialen van de onbekende helmdrager stonden met witte letters in de helm die ik in mijn handen hield. De eigenaar haalde zijn schouders op. ‘Helmen vind ik hier genoeg’, was het enige dat hij zei. Bij het einde van de rondgang sloot hij de deur van de hal. Ik stopte hem 20 Franse Frank toe die hij zonder commentaar in zijn zak liet glijden. Ik heb die helm nog altijd en die stijgt in waarde. Tegenwoordig ben je voor een mooi origineel exemplaar toch algauw zo’n 500 euro kwijt.

Gedreven uitvinder Walter Hunt bracht de veiligheidsspeld

Iedereen kent hem, iedereen gebruikt hem of heeft hem wel eens gebruikt: de veiligheidsspeld. De uitvinder ervan was een opmerkelijke man, een duizendpoot die de wereld tal van nuttige gebruiksvoorwerpen schonk. Hij verkocht zijn patenten voor een appel en een ei, soms vroeg hij zelfs helemaal geen octrooi aan.

Buitennissige Safety pins uit het Amerikaanse leger in de Tweede Wereldoorlog.

De naam van deze bijzondere Amerikaanse uitvinder is Walter Hunt, een werktuigbouwkundig ingenieur uit New York. Hunt, geboren op 29 juli 1796, baseerde zijn veiligheidsspeld (1849) op de Romeinse fibula van rond drieduizend tot 1200 voor Christus, oorspronkelijk was het een ontwerp van de Mycenen op de Griekse Peloponnesos. Hunt realiseerde zich niet de enorme importantie van de metalen prikker en verkocht het patent voor 400 dollar aan W.R. Grace and Company, een bedrijf waaraan hij 15 dollar schuldig was. Het behoeft geen uitleg dat ze daar al snel miljoenen dollars verdiende aan de fabricage van safety pins.

Geen geldjager

Ook anderszins was Hunt een opmerkelijke uitvinder. Hij vond – en dat is opmerkelijk – het ene na het andere voorwerp uit dat we nog steeds gebruiken. Denk aan de stiksteek naaimachine, de messenslijper, de straatveegmachine, de trambel, de vulpen en een voorloper van het Winchester repeteergeweer. Maar daarmee is de lijst lang niet compleet. Het zou hier te ver voeren om al zijn vernuftige ideeën te registreren (zie daarvoor https://en.wikipedia.org/wiki/Walter_Hunt_(inventor)). Een ding staat echter vast: Hunt had geen lak aan geld, maar hij er joeg er ook niet op. Octrooien deed hij vaak voor een habbekrats van de hand waardoor hij royalty’s misliep.

Hunt overleed op 8 juni 1859. Voor de uitvinding van de veiligheidsspeld staat zijn naam sinds 2006 in de National Inventors Hall of Fame in Virginia.

Eindelijk weer een Historisch Festival in Doorn

Veel bezoek aan het Historisch Festival op 9 en 10 juli 2022 in Doorn. Na twee jaar vanwege corona verstek te hebben moeten laten gaan waren binnen- en buitenlandse Re-enactmentgroepen weer terug bij het voormalige huis van de Duitse ex-keizer Wilhelm II.

Verpleegsters met hondenkar uit WO I.

Historische gebeurtenissen, daaronder zwaardvechten, hevig kanongebulder, muziek en zang vulden het terrein. Het is interessant te zien hoe nauwkeurig, zeg maar gerust uiterst nauwkeurig, de deelnemers hun bestaan in de uitgebeelde tijdvakken, van de prehistorie tot en met de Tweede Wereldoorlog, weergeven. Petje af! Franse verpleegsters uit WOI namen zelfs een hondenkar mee. Nederlandse vrouwen vertelden hartstochtelijk over hun hobby, het berijden van stokoude vooroorlogse motoren. En de huurlingen uit het leger van Oranje maakten overduidelijk meer geïnteresseerd te zijn in pegels dan in het behoud van Nederland.

Romeinse soldaat in gesprek.

Kanonnen dreunden en lieten de ramen van de Oranjerie, het museumrestaurant, trillen. Over de paden flaneerden tal van dames en heren in de stijl van hun tijd. Het festival begon bij de prehistorie met tenten van dierenhuid. Het eindigde met het geronk van oude legervoertuigen. De deelnemers waren dolblij dat het eindelijk allemaal weer kon. Want twee jaar corona was toch wel een hele beproeving. Zie deze video voor een impressie: