Home

Alles verandert bliksemsnel

De wereld is in nauwelijks 20 jaar totaal veranderd. Internet is de nieuwe Werkelijkheid geworden. Ruim 100 jaar geleden brachten telegraaf, telefoon, stoomboot, en trein, later het vliegtuig ons vooruit. Het ging snel, maar nooit zo snel als nu.

Onze wereld is veranderd in een dorp. Financiën, handel en industrie zijn uitgegroeid tot een georganiseerde productieketen. In dit ‘werelddorp’ met 7 miljard inwoners draait het om globalisering: het openstellen van grenzen voor de gemakkelijke verplaatsing van goederen en diensten.

Die ontwikkeling gaat razendsnel. Alleen een crisis, recessie of oorlog kan er een eind aan maken. Maar zijn de puinhopen aan de kant geschoven dan draait alles gewoon weer door en wellicht nog sneller dan voorheen.

Op deze site wil ik de veranderingen in de wereld volgen. Niet zoals een krant of tijdschrift doet, maar door alleen datgene eruit te pikken wat ik belangrijk vind.

Nederland in WO 1 nu gratis te lezen. Het boek verscheen in 2014.

nederland in wo1

Nederland in wo1


Drenthe sleurt je mee naar toen

Geen mooiere provincie dan Drenthe. Rust, lange (vaar)wegen, oude dorpen waar je met een beetje fantasie de turfstekers nog over de Brink ziet lopen, een fles jajem in de zak. Drenthe is een provincie die je meesleurt naar het verleden.

Van Assen tot Zandpol, overal valt iets te beleven, ook al is het er vaak doodstil. Maar juist doodse stilte kan aangrijpend zijn. In de stilte bij een hunebed voel je de vergankelijkheid.

Drenthe is vol plaatsen met mooie namen waar de armoe welig tierde, zoals Elim, Kolderveen, Tynaarlo en Veenhuizen. Vooral Veenhuizen, waar een van de zeven Koloniën van Weldadigheid stond, is een opvallende plek die een bezoek waard is. ‘ Gezinnen, wezen, bedelaars en landlopers verbleven hier onder 24-uurs bewaking’, lees ik in de informatiefolder van de VVV. Veenhuizen was een strafkolonie voor paupers, dat duurde tot 1953, de tijd waarin het Nederland ontbrak aan een verzorgingsstaat. Toen die er eenmaal was werden de paviljoens in gebruik genomen als gevangenis.

Ambtenarenhotel, Veenhuizen.

Directeurswoning Ruimzicht, Veenhuizen.

Bij het plaatsnaambord Veenhuizen staat een oud ambtenaren-hotel uit 1901. Een kaarsrechte weg leidt naar de paviljoens waar nu het Gevangenismuseum in is ondergebracht. Langs de weg staan mooie directiewoningen met strenge opschriften ter lering en vermaning voor de armen van toen.

Cellencomplex, Veenhuizen.

Binnenkort neem ik je mee naar het gevang in Veenhuizen.

De pest in het Valkhof Nijmegen

De pest is weer actueel door de coronacrisis. Museum Het Valkhof in Nijmegen wijdt er een tentoonstelling aan. In korte tijd waren er vaccins tegen corona, maar vanaf de eerste pestplaag in 1346 stonden we ruim driehonderd jaar volkomen machteloos tegenover de Zwarte Dood. De pestbacterie zat in vlooien. Vlooien klampen zich vast aan ratten. Besmette vlooien sprongen over op mensen, die besmet raakten met de dodelijke builenpest of longpest.

In 1635 bereikte de pest Nijmegen. Strenge maatregelen volgden. Alleen als je kon bewijzen uit een streek te komen die niet geïnfecteerd was mocht je de stad in. Bij een infectie moest er een  bos stro van een kwart el aan de buitengevel van het huis hangen. Deuren en ramen moesten zes weken lang gesloten blijven. Contact met de buren was verboden. In een geïnfecteerde straat moesten alle honden en katten worden doodgeslagen. Voldeed je niet aan deze strenge maatregelen dan wachtte je een boete van 25 goudgulden.

 

Sint-Sebastiaan was patroonheilige van de pestlijders. De pijlen verbeelden de pest die hij doorstond.

De mens zag de pest als een straf van God. Er werd eindeloos gebeden. ‘Heilige Sint-   Sebastiaan (de pestheilige) verlos ons van het kwaad.’ Het hielp niets. In Nijmegen – toentertijd een stad met zo’n 10.000 inwoners – verloren 6.000 mensen het leven.

In februari 1636 maakte strenge vorst een einde aan de pest. In dat jaar was IJsbrand van Diemerbroeck stadsarts van Nijmegen. Tien jaar later verscheen zijn Traktaat over de pest, daarmee begon het wetenschappelijk onderzoek naar de Zwarte Dood.

Pas in1894, het jaar waarin de Zwitsers/Franse arts Alexandre Yersin de pestbacterie ontdekte, verlieten artsen het idee dat de pest komt door vervuilde lucht. En we weten nu dat deze besmettelijke ziekte alleen te bestrijden is met strikte isolatie en antibiotica.

Wateroverlast is van alle tijden

Armin Laschet, minister-president van Noordrijn-Westfalen en CDU-Bondskanselierskandidaat, heeft de watersnood in Duitsland de ramp van de eeuw genoemd. Voorbarig. Deze eeuw duurt nog 79 jaar, dat daarin nog wel het een en ander kan gebeuren dat erger is dan deze wateroverlast en die in al die andere landen, lijkt me hoogst waarschijnlijk.

Hevige regenbuien zijn van alle tijden. Rivieren die overstromen zijn dat ook. Al eeuwenlang kampt ons waterrijke land met overstromingen. Ik noem de Watersnoodramp van 1014, die onze kustlijn doorbrak. De Sint-Elisabeths-vloed van 1421, die Zeeland en Holland onderdompelde. En zo waren er om de zoveel jaar –  geen eeuw passeerde zonder watersnoodramp – ernstige overstromingen, die soms aan duizenden mensen het leven hebben gekost. De laatste grote waterramp in Nederland was in 1953 waarbij ruim 1.850 mensen omkwamen.

Wat leren we hieruit? Dat we ons te veel laten leiden door de waan van de dag. Vandaag is het erg, zo erg was het nooit, vergeet het. Wie kijkt naar de historie weet dat het ooit erger was en straks nog veel erger kan. Daarmee is niet gezegd dat de huidige waterellende peanuts is, helemaal niet. Ik weet wat wateroverlast is. Mijn huis in Servië liep tweemaal onder. Dat werd boenen en vooral vernieuwen. In mei 2014 beleefde Servië zijn zwaarste overstromingen in 120 jaar tijd. Behalve 35 doden gingen er hele dorpen plat. Die overstromingen werden gezien als de ergste ooit. Terugkijkend zijn de overstromingen in Duitsland en België erger.