Waterbeheersing staat altijd onder druk

Bij de dijkaanleg en dijkbewaking in het donker maakte het waterschap gebruik van deze dijkbewakingslamp, waarvan er velen dienst deden.

Klimaatverandering drukt ons met de neus op de feiten. Nederland moet meer gaan doen aan het waterbeheer. Want we staan onder druk! De Noordzee stijgt. Stortbuien komen vaker voor. Het is een slecht omen, zeker voor West-Nederland.

Nederland voert al tweeënhalfduizend jaar strijd tegen het water, daarmee hielden we lang droge voeten. Geldt dat ook voor de toekomst?

Water is onze vriend én vijand. In de oudheid woonden we op terpen. Water bevloeide ’s winters de akkers waar het een vruchtbare kleilaag achterliet. Vliedende stormen verbraken die rust. Om de zee te trotseren bouwden we ringdijken. De eerste dijken waren zwak, de zee brak er genadeloos doorheen.  In 1287 vond er ‘een zondvloed van godswege’ plaats. De zee klauwde door de zwakke dijken en vormde twee binnenzeeën: de Wadden en de Zuiderzee. In 1570 volgden er een paar gigantische stormen, die aan ruim 1500 mensen het leven kostte. Vanaf dat moment werd het dijkonderhoud gestructureerd, het was het begin van wat we nu kennen als de  waterschappen.

Basalt

Vroeger waren dijken niet meer dan glooiende hellingen, ervoor   stonden rijen houtenpalen die dienden als golfbrekers. Lang ging het goed, maar in 1725 zat erin de palen een hardnekkige houtworm. Bij de geringste golfslag braken ze af. Daarop werd het hout vervangen door basalt. Na de overstroming van 1825 kwamen er nog hogere dijken voorzien van nog meer basalt.

Winnaars

In de twintigste eeuw kwamen er gemalen. Vaarten en Kanalen werden uitgediept, dat gaf aan boer en schipper een aanvaardbaar waterpeil. In 2012 kwam er een waterkering bij Harlingen. Telkens waren we de winnaars in de moeizame strijd tegen het water. m overstromingen te voorkomen zullen we straks waarschijnlijk nog harder moeten vechten tegen het grimmige water.  Misschien moeten we zelfs land prijsgeven aan de oppermachtige Noordzee. Het is geen slecht idee om daar in de planologische planning alvast rekening mee houden.

 

 

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.