Begin mensheid draait om klimaat

De opwarming van de aarde gaat snel. Het vergroot de kans op extreme hittegolven, sneller smeltend poolijs en overstromingen. Ontkenners van dit onheilspellend fenomeen wijzen erop dat klimaatverandering een natuurlijk proces is. Dat klopt, maar het gaat nu veel sneller, vooral door menselijke activiteit.

De Servische geofysicus Milutin Milanković noemde in 1920 de omloopbaan van de aarde bepalend voor de zonne-instraling op de planeet. Mutaties in de omloopbaan leiden tot ernstige klimaatverandering. Denk aan de ijstijden. Iedere ijstijd duurde ruwweg 90.000 jaar, gevolgd door een langdurige warme periode. Dat strookt met de theorie van Milanković, hij beargumenteerde dat de omloopbaan van de aarde iedere keer in die tijdspanne verandert.

In de ijstijd lag het ijs hier tot wel 80 meter hoog. Door de enorme kracht van de ijsmassa werden meegevoerde zwerfkeien soms spontaan gehalveerd.

Neanderthalers

Schedel van een Neanderthaler.

Wij hebben doorgaans geen benul van de enorme tijdmassa die achter ons ligt. Tachtig jaar vinden wij al veel, maar in geologisch opzicht is dat helemaal niks, het is minder dan het knipperen van een oog. In de miljoenen jaren die achter ons liggen waren er meer dan dertig ijstijden. Zeker twee ijstijden bereikten de Lage Landen, 475.000 jaar geleden het Elsterien en 280.000 jaar geleden het Saalien. De laatste ijstijd, de Weichsel IJstijd, vond 120.000 jaar geleden plaats. Tot 11.000 v.Chr. bliezen er ijzige poolwinden. Hier waren toendra’s waarover mammoeten, reuzenherten, wolharige neushoorns en holenberen liepen. De Neanderthalers jaagden erop. Vlees was hun belangrijkste voedingsmiddel.

Laten we even naar het begin van de mensheid gaan, te beginnen bij de Neanderthalers. Neanderthalers waren hier al tienduizend jaar voor de laatste ijstijd begon. De strenge kou dreef ze zuidwaarts. Veertigduizend jaar geleden, toont DNA-onderzoek aan, vermengden ze zich met menselijke stammen die vanuit Afrika naar Europa kwamen, daarna verdwenen ze van het toneel, maar ons chromosomenpakket bevat nog altijd twee procent Neanderthalergen.

Vuistbijl van een Neanderthaler.

De Neanderthalers ware verre van primitief of dom, blijkt uit de weinige vondsten die we van ze hebben, zoals vuistbijlen, schaven en vuurstenen waarvan de afgeslagen schilfers (bekend onder de naam Levallois-techniek) dienden als messen.

De handige mens, Homo habilis.

Homo habilis

We gaan verder terug, zeg maar gerust heel diep terug in die enorme tijdmassa achter ons, helemaal naar de oeroude Steentijd, het paleolithicum. Dinosaurussen waren al 63 miljoen jaar uitgestorven toen een aap in het warme Afrika ontdekte dat hij een steen kon gebruiken als werktuig. Daarmee was de Homo habilis opgestaan, de handige mens. Pas anderhalf miljoen jaar geleden leerde de handige mens rechtop te lopen, daarmee begon het tijdperk van de Homo erectus. Doordat de mens nu gemakkelijk kon lopen ging hij op pad. Als jager-verzamelaar ‘veroverde’ hij de wereld.

Zeshonderdduizend jaar geleden is er een nieuwe mijlpaal in de menselijke evolutie aangebroken. De Homo erectus verandert in Heidelberg-mens. Vijfhonderdduizend jaar v.Chr. komt hij Europa binnen waar hij evolueert in de Neanderthaler.

Schedel van een holenbeer.

Ondertussen – 160.000 jaar geleden – is de Homo erectus in Afrika geëvolueerd in Homo sapiens, de Denkende mens, onze verre voorouder, die ongeveer 14.500 jaar geleden als rendierjager via Oost-Europa naar hier kwam. In 11.000 v. Chr. komt er door de ontdekking van landbouwgewassen een einde aan de trek. Nu blijven de mensen op een plek. Ze bouwen houten boerderijen met een schuur, woon- en slaapgedeelte. Koeien, geiten, schapen en varkens, maar ook boekweit, gierst en vlas bieden bestaanszekerheid. Maar nog altijd waren er holenberen en wolven, voorzichtigheid stond bij de mens altijd voorop.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.