Pim Fortuyn maakte de weg vrij voor PVV en FvD

Eind november 2001 heb ik Pim Fortuyn voor het eerst gezien, dat was tijdens een congres in de Doelen te Rotterdam. Op het toneel vulde een onzichtbare, maar duidelijk voelbare energie de zaal. Eerder voelde ik dat alleen bij een andere BN’er, Toon Hermans. Evenals deze briljante showman trok ook Fortuyn alle aandacht meteen naar zich toe.

Nog geen half jaar later, op 6 mei 2002, was hij dood. Op het moment dat hij stierf zat ik in een trein die stopte op station Hilversum Media Park. Daar stapten een jonge man en een vrouw in. Ze spraken over een schietpartij bij een studio. In Weesp hoorde ik dat Pim Fortuyn, de beoogt premier, was doodgeschoten.

Bovenmatige droefenis golfde over het land. Het was de eerste politieke moord sinds 1672, in dat jaar werden de raadspensionarissen Johan en Cornelis De Wit vermoord. Een politicus van het hoogste kaliber had het loodje gelegd. Voor velen is hij nog steeds de verloren Messias. Maar klopt dat? Was Fortuyn werkelijk de redder des vaderlands? In 2004 werd hij zelfs uitgeroepen tot Grootste Nederlander, zij het op een gedeelde plaats met Willem van Oranje.

Ik durf te stellen dat dit de grootste nonsens is. De grootste Nederlander bestaat helemaal niet, wel zijn er ‘grote vakmensen’ op allerlei gebied. En op politiek gebied verdient deze rechts-populist – zeker geen ereprijs.

LPF

Pim Fortuyn zocht voortdurend naar mogelijkheden om iets groots te presteren. Het middel daartoe was een politieke partij. Het lukte hem niet bij de PvdA daarom stapte hij over naar de VVD, ook daar ging het mis. Na zijn aantreden als lijsttrekker bij Leefbaar Nederland in 2001 probeerde hij zijn eigen visie op migratie – let op: we worden een moslimland – en referenda erdoor te drukken. Het bestuur trapte op de rem. Ze mieterden hem eruit toen hij zich bemoeide met de kandidatenlijst en opriep discriminatie uit de Grondwet te schrappen. Daarom richtte Fortuyn in 2002 zijn eigen politieke partij op, de Lijst Pim Fortuyn (LPF).

O, ja, Fortuyn had charisma. Zijn sociale en maatschappelijke standpunten bracht hij altijd zo dat ‘iedereen’ er onmiddellijk iets van begreep. Er wordt in Den Haag te veel geluld, pak aan, de politiek is een bedrijf. Dat is taal die de mensen verstaan. Hij noemde zichzelf een vrijdenker, stond haatdragend tegenover de reguliere politiek. Het was niet verwonderlijk dat hij al snel hoog scoorde met zijn verzet tegen de paarse kabinetten Kok I en Kok II. Waren die fout? Ik dacht het niet, denk aan de legalisering van abortus en de homowetgeving. Maar Fortuyn noemde de daden van Paars ‘ puinhopen’. En de snelgroeiende, maar weinig nadenkende, aanhang van Fortuyn gaf hun leider het grootste gelijk. De aandacht voor hem steeg hemelhoog nadat hij het mohammedanisme een achterlijke godsdienst had genoemd. Eindelijk had hij zijn doel bereikt, maar het koste hem zijn leven.

Bij de Tweede Kamerverkiezingen op 15 mei 2002 behaalde de LPF 26 zetels – daarmee was ze, na het CDA, de tweede partij van Nederland – waarlijk een unieke prestatie voor zo’n jonge partij.

Gejuich gesmoord

Met vier ministers en vijf staatssecretarissen kreeg de LPF een klinkende machtspositie in het eerste kabinet van Jan Peter Balkenende (CDA, LPF, VVD). Maar de juichstemming was van korte duur. Al na acht uur aan de macht verdween staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Philomena Bijlhout, ze maakte eerder deel uit van de volksmilitie van de Surinaamse schurk Desi Bouterse. Op 16 oktober 2002 vertrokken ook de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Eduard Bomhoff en de minister van Economische Zaken Herman Heinsbroek – voortdurende onderlinge onenigheid maakte hun werk onmogelijk. Nu stond het kabinet Balkenende 1 in de demissionaire stand en op 27 mei 2003 was het voorbij.

De LPF – nog tot 2007 in de Eerste Kamer – werd in 2008 opgeheven, al sleepte ze zich op gemeentelijk niveau nog tot 2018 voort. En wat, zo vraag ik me af, heeft Fortuyn nou helemaal bereikt, behalve dat we hem twintig jaar na de moord herdenken met een tv-serie? Hij heeft het pad geëffend voor andere rechts-populistische partijen, zoals de PVV en FvD, en de aanzet gegeven tot een versnipperde politiek. Moeten we daar blij mee zijn? Het antwoord is duidelijk: nee, natuurlijk niet.

 

 

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.