Ruim bemeten fantasie van Boudewijn Büch

Graf van Boudewijn Büch, gestorven 23 november 2002.

Staande bij het graf van schrijver/presentator/entertainer Boudewijn Büch schiet me een citaat te binnen van Goethe: ‘Je moet over voldoende fantasie beschikken om de werkelijkheid aan te kunnen.’ Boud deed dat, hij vulde zijn werkelijkheid aan met een ruim bemeten fantasie. Vrienden die daaraan twijfelden of erger: hem tegenspraken, keerde hij voorgoed de rug toe.

Woning van de familie Büch in Wassenaar.

De meesten kennen Büch van zijn populaire tv-programma De wereld van Boudewijn Büch waarin hij de vreemdste uithoeken van de wereld bezocht. Behalve presentator was hij een culturele uomo universale waarmee hij in de voetsporen trad van Johann Wolfgang von Goethe, waarover hij onnoemelijk veel wist. Büch publiceerde tientallen gedichten, onder meer in bibliofiele uitgaven, schreef dertien romans, een kinderboek, ruim twintig non-fictieboeken en talloze artikelen voor kranten en tijdschriften. Behalve Goethe bewonderde hij Mick Jagger. Verder was hij, bijna op het ziekelijke af, een verwoed boeken- en kunstverzamelaar.

Leugen

De Bakker Korffstraat in Leiden waar Büch, samen met vriend Jan Spier, een woning kocht.

Na zijn veel te vroege dood, Boud werd slechts 53 jaar, bleek zijn alom bejubelde boek De kleine blonde dood een leugen. De kleine jongen zou, vertelde hij, zijn zoon zijn, Boudewijn Iskander. Maar het was niet zijn zoon noch is hij dood. Hij is de zoon van zijn tien jaar oudere ulo-lerares Marianne Verweij die haar eerste huwelijk verbrak om te trouwen met acteur Coen Pronk. Marianne en Boudewijn waren hecht bevriend. Haar zoon noemde zij naar Boudewijn. Büch presenteerde De kleine blonde dood als puur autobiografisch. Iedereen leed met hem mee. Ook de Sociale Dienst, die maakte hij wijs de begrafenis onmogelijk te kunnen betalen. Hij kreeg vierduizend gulden, geld dat grotendeels opging aan de aankoop van boeken. Het was allemaal bedacht, evenals de umlaut op de u in zijn naam, die is toegevoegd door zijn allesoverheersende vader Rien – een gemeenteambtenaar uit Wassenaar. (Zijn broer Menno († 2014) – ook bekend van tv – liet de umlaut weg en noemde zich gewoon Buch). Zijn vader voerde hij later op als puissant rijk. De schrijver, presentator/entertainer verkeerde levenslang in angst dat iemand de werkelijkheid zou ontdekken.

Het koopmanshuis De koning van zweden, gebouwd in 1621, was eigendom van Boudewijn Büch

Shockeren

Met Büch kon je lachen, hij was een flapuit, maar hij kon ook enorm overdrijven. Met witte handschoentjes aan toonde hij op tv vol trots het laatste botfragment van een uitgestorven dodo. Het was niet waar. Het botje was van een schildpad.

Büch hield van shockeren, hij weigerde zich maatschappelijk te conformeren. Tijdens een studiedag over seksuele hervorming van de Leidse Universiteit riep hij spontaan dat de geneugten van necrofilie onderbelicht bleven. Prompt maakten ze hem – hoewel geen homo – voorzitter van de Leidse Studentenwerkgroep Homoseksualiteit, opgericht door Paul de Leeuw. Had hij necrofiele neigingen? Was hij een pedo? Geenszins. Het was een farce.

Door zijn succesvol werk voor tv stond hij in het middelpunt van de belangstelling. Hij kocht een huis aan de fameuze Keizersgracht in Amsterdam. Sleepte er boeken en nog meer boeken aan voor zijn schitterende ‘werkbibliotheek’. Jaarlijks spendeerde hij zo’n 100.000 gulden aan boeken. Het kon er af. Bij de tv verdiende hij jaarlijks vier ton, daarnaast ontving hij inkomsten uit publicaties en talloze (theater)optredens. Na zijn overlijden bracht de veiling van zijn boeken 400.000 gulden op (181.512,00 Euro).

Overlijden

Op zaterdagmiddag 23 november 2002, Boud was net uit bed, stopte zijn hart. Het was de extreem hoge prijs voor ongezond eten. Zijn cholesterolgehalte stond tot boven de acht. Ondanks zijn faam volgden niet meer dan twintig mensen de kist. Menno, zijn broer, was het enige familielid. De familie lag al jaren uit elkaar. Menno had ze niet uitgenodigd. Ze vernamen zijn overlijden wel uit de media, dacht hij. Dat deden ze, maar niemand verscheen. Wat rest is een mooi graf aan een steil opgaand schelpenpad in de Vogelvallei op begraafplaats Westerveld in Driehuis.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.