Johan Cruijff: subliem voetballer, geen filosoof

In dit huis bracht topvoetballet Johan Cruijff – geboren op 25 april 1947 – zijn vroegste jeugd door, Hier, in de Akkerstraat in de wijk Betondorp-Amsterdam dreven zijn ouders, Manus en moeder Nel, Cruijffs Aardappelenhandel.

Woning van Johan Cruijff, Akkerstraat, Betondorp-Amsterdam.

‘Jopie’, zoals zijn moeder hem noemde, voetbalde hier met zijn tweeëneenhalf jaar oudere broer Henny. Voetbalstadion De Meern, het stadion van Ajax waar hij al op zijn zesde trainde en waar moeder Nel als kantinehulp werkzaam was, lag op loopafstand. Het bestaat niet meer, tegenwoordig is het woonwijk Park de Meer.

Samen met zijn broer voetbalde Johan hier op straat.

Betondorp, een wijk uit de jaren twintig van de vorige eeuw, werd oorspronkelijk bewoond door socialisten en communisten – zoals de familie Van het Reve. De familie Cruijff kwam er na de oorlog terecht vanuit de Jordaan. Eind jaren vijftig verhuisde het gezin van de Akker- naar de Weidestraat. Daar overlered op 8 juli 1959  zijn vader aan een hartaanval, 45 jaar oud. Johan zou nog jarenlang ‘gesprekken’ voeren met zijn overleden pa.

Het ‘heilige’ getal veertien keert terug op de parkeerplaats voor Cruijffs ouderlijk huis.

 

Veertien

Johan Cruijff genoot geen enkele schoolopleiding. Hij speelde met nummer 14 op het T-shirt twintig jaar lang bij Ajax en later bij diverse buitenlandse clubs. Cruijff werd driemaal Europees voetballer van het jaar, Europees voetballer van de twintigste eeuw, won driemaal de Europacup I en legde zich in 1985 toe op het trainerschap, eerst bij Ajax, later bij Barcelona. Daarnaast was hij betrokken bij instellingen die zich richten op de combinatie jeugd en sport.

Johan Cruijff was betrokken bij instellingen die zich richten op de combinatie jeugd en sport.

Johan was een subliem voetballer, maar geen filosoof. Met zijn verhaspelde uitlatingen werd hij door velen wel zo gezien.

‘Vaak moet er iets gebeuren voordat er iets gebeurt.’

‘Ik ben overal tegen. Tot ik een besluit neem, dan ben ik ervoor. Lijkt me logisch.’

Leuk voor op een tegel of de scheurkalender, maar verder van weinig betekenis.

De sporter nummer 1 rookte als een ketter, soms tot wel tachtig sigaretten per dag. Het was daarom niet vreemd dat hij longkanker kreeg. Bij hem overheerste de gedachte dat hij ook die strijd wel zou winnen, maar op 24 maart 2016 beet hij in het zand.

Vlakbij zijn ouderlijk huis staat een monument voor de nummer 14.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.