Nog steeds huizen zonder riolering

Alles dat we tot ons nemen verdwijnt in het riool. Eet je in een sterrenrestaurant? Smaak en vorm van het gerecht sluit je in je hart, de rest verdwijnt. Dat is rot, maar het is niet anders.

Middeleeuwse poepdoos in kasteel Doorwerth.

Voor 1900 was er in Nederland geen riolering – de Romeinen hadden riolering, maar daar is vrijwel niks van teruggevonden. Parijs was koploper op rioolgebied, daar lag in 1307 al een riool. In de negentiende eeuw kwamen er meer riolen in Londen en Parijs. Nederland deed het toen nog op poeptonnen en postoelen, die stonden in smalle (vaak ook gemeenschappelijke) secreten. De inhoud verdween in een gracht of ging naar beerput of mestvaalt.

Stankoverlast en besmettelijke ziekten waren altijd aanwezig. In 1906 kreeg Amsterdam het eerste riool, een hygiënemaatregel tegen de cholera-epidemieën waaraan in de negentiende eeuw duizenden Amsterdammers stierven.

 

Poepdoos thuis, tot ver in de twintigste eeuw in gebruik.

 

Boldootkar

Gemeenschappelijke secreten, Utrecht 1920.

Op toiletten van hotels in Venezuela hangt een bordje met de waarschuwing: toiletpapier niet doorspoelen. De Venezolaanse riolering is te smal, verstopping kan maar zo ontstaan. Het bepoept papier moet in de prullenbak.

Westerlingen vinden dat raar. Maar vergeet niet:  tot ver in de jaren tachtig van de vorige eeuw waren er in Nederland huizen niet aangesloten op de riolering. Zelfs nu zijn er in Amsterdam en Utrecht nog altijd enkele huizen zonder riolering. Vooral bewoners in oude stadswijken deden het lang op een poepton. Ter lediging van die tonnen bestond er tot halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw een speciale ophaaldienst, de gemeentelijke odeurwagen of Boldootkar genoemd.

Wc-papier

Zo nu weten we dus iets over het riool. Maar hoe veegden we vroeger onze reet af? Vooral e met overvloedig water – denk aan het bidet -, maar ook schapenwol kwam in aanmerking en veel later krantenpapier, hoewel het niet gezond was vanwege de giftige drukinkt. De Amerikaan Joseph Gayetty introduceerde in 1857 het eerste wc-papier. Hij schreef er een geneeskrachtige werking aan toe. In 1891 verscheen de eerste rol ruw geperforeerd toiletpapier. Seth Wheeler van de Albany Perforated Wrapping Paper Co kreeg het patent. In 1942 kwam in Londen het dubbellaags toiletpapier op de markt, geproduceerd door St. Andrews Paper Mill. Handig, het voorkwam dat je met je vingers door het papier schoot. In de jaren vijftig zag het zacht toiletpapier het licht.

En nu is er het befaamde Japans toilet, dat je na iedere poepbeurt geheel automatisch schoonspoelt. Mooi. Maar vergeet niet: bij 40 procent van de wereldbevolking is nog altijd gebrek aan goede sanitaire voorzieningen.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.